Meer veiligheid
Het redunantieconcept - perfect voor het gebruik in complexe situaties
In het kader van de ontwikkeling hebben we nieuwe opstartprocedures voor de software van brandmeldcentrales geprogrammeerd. Het doel was om het systeem maximaal resistent tegen verstoringen te maken. In het geval van externe stoorinvloeden, die ook onder EN54 getest worden, moet het systeem in staat zijn om vanuit een ongedefinieerde toestand tot een gedefinieerde toestand te komen. De onlangs geïmplementeerde opstartprocedure is nu logischer en wordt gebaseerd op data die in het geheugen beschikbaar zijn. Dit proces optimaliseert de DC3500 voor gebruiksomstandigheden met sterke verstoringen.
Alle interne componenten van de DC3500 zijn door twee extra kabels, "de alarm en storing noodpaden", met elkaar verbonden. Wanneer componenten uitvallen, kan de DC3500 toch alle samenvattingen van displays en meldingen verstrekken en verzenden die voor EN54-2 relevant zijn.
In de geïntegreerde PC bevinden zich twee aparte Linux systemen (besturingssysteem + toepassingen), waarvandaan één Linux systeem wordt gestart. De geïntegreerde PC heeft een aparte watchdog eenheid, die door het actieve Linux systeem op gang gebracht moet worden. Wanneer er een storing plaatsvindt en de watchdog niet bestuurd wordt, volgt er een herstart van de geïntegreerde PC.
Controlegebied
Elke luskaart beschikt over maximaal 126 deelnemers. Er wordt aangenomen dat het systeem zo is ontworpen dat het controlegebied voor elke lus ≤ 10.000 m² is.
Volgens DIN VDE 0833-2 kunnen er zo systemen met meer dan 512 melders en een beveiligd gebied tot 40.000 m² eenvoudig gerealiseerd worden, zonder extra brandmeldcentrale hardware.